Geschiedenis

Deze pagina wil de geschiedenis van het gebied van de voormalige Camping Emmen in breder perspectief plaatsen. Allereerst de historische gelaagdheid van het landschapspark zoals dat vorm zal krijgen. Daarna de resultaten van historisch onderzoek van het gebied, ook met behulp van oude kaarten. Dit lijkt misschien saai, maar de meest recente geschiedenis van ruim een halve eeuw camping-lotgevallen maakt veel goed.




de historische gelaagdheid van het landschapspark


Het oude cultuurlandschap met z'n goed herkenbare veldstructuren is een ideaal uitgangspunt voor een educatieve presentatie in zeven historische lagen. Het educatieve programma zal zo worden ingericht, dat de bezoek(st)er zich als vanzelf allerlei vragen gaat stellen over het omgaan met de natuur door de tijden heen en... in de toekomst. Dit zal zeker niet alleen op kennisniveau, maar ook op dat van ervaren worden opgeroepen. En deelname eraan is zeker ook een doel!

1. Het eetbare landschap: de mesolithische verzamelpraktijk (vooral van vrouwen), die ons laat zien, hoe mensen totaal in en van het landschap konden leven en hier als het ware deel van uitmaakten.

2. Het neolithische erf, de eerste landbouw die in Drenthe in de context van de hunebedden, onze eerste architectuur, kan worden uitgebeeld. Het huis ontstaat als vaste woonplek en er wordt nu met de levenskracht van moeder natuur samengewerkt.

3. Raatakkers of "celtic fields': systematisering van de landbouw met een structuur in schaakbordpatroon, waarvan de velden steeds verschillend worden gebruikt.

4. De oude Drentse veldstructuren, begrensd door houtwallen en -singels, waren destijds bedoeld om de landbouw weer op de zandverstuivingen te heroveren. In ons landschapspark vormen zij het enige authentieke element, dat bovendien nog heel goed te zien en ervaren is. Zij leveren ook een ideale omgeving om er de kleinere, historische elementen van ons te vertellen verhaal - uiteraard zonder aantasting - in op te nemen.

5. Het Drentse boerenerf, dat vele ouderen zich nog zullen herinneren. Met dit erf kon de Drentse boerenfamilie een zelfvoorzienend leven leiden, wat in deze niet-stedelijke en arme gebieden ook hoognodig was. Hier zijn ook verrassende overeenkomsten met het neolithische erf van de hunebed-tijd.

6. De kunsttuintjes, die door het hele gebied heen een soort speelse reflectie kunnen geven, en die geinspireerd zijn op de getoonde historische landbouw.

7.  Waar gaan we heen? Nieuwe ontwikkelingen, zoals alternatieve landbouw, terug naar kleinschaligheid, nieuwe vormen van samenwerking met elkaar en de natuur, een andere economie dichter bij de natuur, mensen weer als deel van het netwerk van leven, enz enz.

Kortom, mens, natuur en geschiedenis op nieuwe manieren met elkaar vervlochten, vol nieuwe perspectieven naar de toekomst toe.
Een landschapspark van, voor en door iedereen!

V.V., jan.'13                          

de groei door de jaren heen van de inmiddels voormalige Camping Emmen

De lotgevallen van een camping

Na 1945 werd kamperen zo populair, dat ook Emmen niet achter kon blijven. In september 1955 liet B en W de mogelijkheden onderzoeken en al gauw lag er op de landerijen zuidelijk van de tennisbaan een klein "Gemeentelijk kampeerterrein". Maar binnen drie jaar was de staat van onderhoud al zo "deplorabel" dat de plaatselijke middenstand de camping naar het centrum wilde verhuizen.
   Dit ging niet door. Er werden van o.m. de Kampeerraad, de ANWB en Staatsbosbeheer adviezen ingewonnen, verbeteringen werden aangebracht en het lager gelegen ijsbaanterrein noordelijk van het zwembad werd erbij getrokken. Pas een jaar later, in 1960, kwamen er ook douches.
   In 1962 werd het zwembad vernieuwd. Dit tweede zwembad was supermodern met "opengeschoven dak". Onmiddellijk gingen er weer stemmen op de camping te verplaatsen. Nu pleitte de middenstand juist weer voor het blijven op deze plek. Zij kregen hun zin. De akkers richting Boermarkeweg, toen nog de smalle Markeweg, worden erbij getrokken, een kampwinkel en een toiletgebouwtje worden neergezet en in september 1965 is B en W zo ver dat "de camping altijd bij het zwembad moet blijven". Want in datzelfde jaar waren alweer voorstellen tot verhuizing te horen. In 1967 wordt nog een "wasgebouwtje" toegevoegd en worden de vier parallelle akkers richting Angelsloërdijk, met hun oude bomenrijen en houtwallen geannexeerd, die als veldstructuren zelfs tot nu toe wonderwel gespaard zijn gebleven.
   In dat jaar wordt de camping ook ANWB-"Bondskampeerplaats", maar dan moeten er nog wel tegeltjes in de washokken.

camping in bloeiperiode jaren 70
Nu breekt er tot 1988 een lange bloeitijd aan. Ineens loopt het aantal overnachtingen terug en dreigt weer verplaatsing, nu al voor de derde keer. Dan werpt zich de gemeentelijke ambtenaar H. Kaspers op als tijdelijke beheerder. Hij krijgt de camping van jaar tot jaar in pacht, aanvankelijk alleen in de zomer, en vanaf 1993 voor 15 jaar in erfpacht. Ondanks zijn plannen tot schaalvergroting om nog meer geld uit het terrein te persen, verpaupert het in die periode langzaam maar zeker. De vele vaste campinggasten worden met verhuisplannen binnen Emmen aan het lijntje gehouden, tot één dag voor de kerst 2012 als donderslag bij heldere hemel de definitieve opheffing volgt. De beheerder heeft zich intussen kunnen verzekeren van een eigen restaurant met woonhuis. Het oude campinggebied ligt er intussen verlaten bij, vol sloopafval, vuilnis en resten van branden, en wacht op een nieuwe bestemming, waarbij hopelijk de oude agrarische structuren kunnen worden gebruikt. Dit is het doel van de werkgroep Landschapspark Emmen, die op november 2012 werd opgericht.

AvdB,feb.'13